Interview in de Moesson (Indische maandblad) door Tjaal Aeckerlin: De rugzak van onze ouders.
Gepubliceerd in maart 2008, maar nog steeds een actueel thema.
Veel tweede generatie Indo’s hebben, zelfs als er binnen het gezin over pijnlijke familiegebeurtenissen en -kwesties werd gezwegen, haarfijn aangevoeld dat hun ouders een zware last met zich meedroegen. Dat kon ook niet anders, want vrijwel alle ouderen kenden, voordat ze in Nederland belandden, een lange periode van onrust, onzekerheid en verlies. ‘Deze ‘lading’ is overgedragen op de kinderen en moet vroeg of laat een plek krijgen. Vaak is een enerverende gebeurtenis als een burn-out, een scheiding of een depressie het keerpunt om hulp te zoeken,’ vertelt Mariska Helling.
Met haar familieopstellingen wil ze het onzichtbare zichtbaar maken.
Leven en overleven.
Ze werd in 1966 in Gresik, een klein plaatsje bij Surabaja, geboren en vertrok een jaar later naar Nederland. ‘Mijn Indische ouders moesten om veiligheidsredenen Indonesië verlaten ten tijde van de zogenaamde ‘communistenjacht’. Mijn vader voelde zich op en top Indonesiër, terwijl hij Indisch is, en ook mijn moeder bezat sterke banden met het land. Ze liet daar haar te vroeg overleden kinderen achter. Hun gedwongen vertrek gooide hun bestaan op zijn kop.
De ontworteling uit die vertrouwde wereld maakte dat mijn ouders al hun energie moesten inzetten om een nieuw leven op te bouwen. Voor de verwerking van datgene wat ze hadden meegemaakt bestond eenvoudigweg geen ruimte,’ vertelt Mariska.
Mariska’s vader kwam te werken als metaalbewerker en haar moeder in een wasserette. Hun diploma’s en werkervaring waren hier in Nederland niets meer waard. ‘Het opnieuw beginnen kostte mijn ouders veel kracht. Elke dag weer bevonden ze zich tussen collega’s, waarmee ze hun geschiedenis niet konden delen. We worden als Indische gemeenschap wel eens afgeschilderd als de best geassimileerde migrantengroep, maar mijn ouders hebben nooit wezenlijke contacten met Nederlanders opgebouwd.
Als kind ging ik elke zaterdag met mijn ouders mee naar de markt in Arnhem. Dan sjokte ik met een boodschappentas vol garnalen, inktvisjes en groenten achter ze aan. Vaste prik was de toko die aan het plein lag. Daar zag ik mijn ouders weer opfleuren door de gesprekken met andere Indische mensen. Dan bestond er ontspanning,’ geeft Mariska aan.
Het overdragen van ‘lading’ van een ouder op een kind is ook aan Mariska niet voorbij gegaan. ‘Mijn inmiddels overleden vader was een getraumatiseerde man, hij kon niet altijd voorkomen dat hij onbedoeld verdriet en boosheid het gezin binnen bracht. Kwam ik bijvoorbeeld te laat thuis dan kon mijn pa er buiten proporties op reageren. Dat maakte dat ik als kind regelmatig op mijn tenen liep, omdat ik een soort alertheid ontwikkelde.’
Aan een muur in haar woonkamer hangt een door haar vader vervaardigd schilderij. Het werk geeft een beeld van zijn geboorteplek in Zuid-Sulawesi. Elke veeg verf drukt heimwee uit.
Indische verlegenheid
In haar kindertijd in Velp kon ze zich maar moeilijk spiegelen aan haar Nederlandse leeftijdsgenoten. Ze somt een hele reeks aan voorbeelden op. ‘Tijdens de kringgesprekken, op maandagochtenden op school, wist ik niets te vertellen. Mijn leven verschilde sterk met die van mijn klasgenoten. Ik ging niet logeren bij een opa of oma, ik maakte geen fietstochten met mijn ouders en daar waar mijn vrienden tijdens vakanties naar Texel of Spanje vertrokken, bleef ik thuis.
Men verklaarde ‘het stil zijn’ als Indische verlegenheid, maar ik zweeg omdat ik niet in staat was om aan de buitenwereld te laten zien wat er werkelijk in mij leefde.’
Het niet herkend voelen kreeg enigszins een wending toen ze zich aansloot bij een korfbalvereniging waar veel Indische kinderen kwamen. Toch ervoer ze, telkens weer, ook in haar latere leven, het onderscheid met haar omgeving. ‘Ik deed zo rond mijn twintigste de opleiding Creatieve Therapie. Daar keurde een docent op een gegeven moment een opdracht af, omdat hij het teveel gepriegel, geduldwerk en detaillistisch vond. Het moest groter en abstracter. Ik heb het werkstuk in tweeën gescheurd, de randen verbrand en daarna weer samengevoegd. Het verbeeldde een innerlijk conflict tussen aanpassen of dicht bij mezelf blijven.’
Gevoelens overnemen
Bij de workshops familieopstellingen gaat men er van uit dat kinderen onvoorwaardelijk van hun ouders houden. Uit liefde en loyaliteit willen ze ‘de rugzak’ van hun ouders overnemen. Al is het alleen maar om een deel van de last te verlichten. Het gaat hierbij om een onbewust proces.
Deze zogenaamde ‘overgenomen gevoelens’ hebben altijd te maken met levensbedreigende situaties, waarbij geen verwerking heeft kunnen plaatsvinden. In het dagelijkse leven kunnen ze zich op de gekste manieren manifesteren. ‘In het verleden kreeg ik het in vergaderingen doodsbenauwd. Ik wilde iets zeggen, maar ik kreeg het gewoonweg niet uit mijn mond. Anderen voelen zich een buitenbeentje in de familie, durven zich in werksituaties, ondanks hun kwaliteiten, nauwelijks te profileren of ontwijken situaties met grote groepen,’ verklaart Mariska.
Het kan, zo verduidelijkt ze, jarenlang goed gaan totdat iemand, bijvoorbeeld door een crisissituatie, tegen een muur oploopt en hulp zoekt.
Een ander punt waar kinderen door zijn geraakt is de dader-slachtoffer thematiek binnen hun gezinssituatie. Mariska: ‘De vader die in een kamp heeft gezeten, krijgt iets onberekenbaars omdat hij op sommige momenten het gedrag van zijn Japanse plaaggeesten kopiëert. Ik ken verhalen van mensen die thuis met zeer harde hand zijn opgevoed.’
De weggestopte traumatische ervaringen van onze familieleden spelen een belangrijke rol bij hoe je je als nakomeling ontwikkelt.
Familieopstellingen
De deelnemers aan de workshops van Mariska komen met zeer diverse vragen. Het kan om een lichamelijke klacht gaan of om gevoelens van angst, twijfel of droefenis die ze niet kunnen plaatsen.
Tijdens de workshops maakt Mariska de ‘overgenomen gevoelens’ met behulp van representanten zichtbaar. Een vraagsteller kiest uit de aanwezige deelnemers representanten die zijn of haar familieleden verbeelden. Deze representanten concentreren zich en nemen, zonder instructies vooraf, in een lege ruimte posities in. Op deze manier ontstaat er een innerlijk beeld over de plek van de vraagsteller in relatie tot zijn familie of andere dierbaren.
‘Zo kan er naar boven komen dat een vraagsteller een permanent verdriet meedraagt. In de opstelling werd zichtbaar dat zijn vader als kind het Jappenkamp heeft overleeft, maar zijn broertje niet. Dit verdriet heeft hij op dat moment -het was oorlog- niet kunnen verwerken en als een onzichtbaar litteken na oorlogstijd meegedragen. Zijn zoon draagt dit verdriet onbewust mee. Of dat een vraagsteller onverklaarbare aanvallen van angst en paniek kende. In de opstelling bleek dat haar Nederlandse moeder tijdens de Bersiap – de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd-, ternauwernood aan de dood ontsnapt is bij de aanvallen van de pemuda’s. Het zichtbaar maken is de eerste stap tot heling en innerlijke verzoening,’ vertelt Mariska
Overgenomen gevoelens
De overgenomen gevoelens kan zichtbaar gemaakt worden in een workshop waarbij met de hulp van representanten –deelnemers van de workshop- een familie wordt opgesteld, waarin de diepere laag tussen familieleden aan de oppervlakte mag komen. Het bijzondere is, is dat de geschiedenis zich herhaalt in de nakomelingen, dit wordt in de workshop zichtbaar. Wanneer een trauma of pijnlijke gebeurtenis aan het licht mag komen in een opstelling en een plek mag krijgen, kan er een eerste stap naar heling en inzicht plaatsvinden voor degene die een vraag of probleem inbrengt.